0% 1099 Gevaarherkenning 1 / 176 Wil jij toch liever upgraden naar het 100% geslaagd pakket met 3 maanden toegang t.w.v. €67,95? Grijp je kans voor maar €6,99! Gebruik je code: A34RT5MZKlik hier om je pakket te upgraden naar 100% Geslaagd met 3 maanden toegang. Gebruik code: A34RT5MZ KLIK OP DE LINK Hierboven GEBRUIK DE CODE: A34RT5MZ Nee, bedankt! 2 / 176 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je remt. Je weet niet wat hij wil doen. Grote kans dat hij wil parkeren. Omdat het een smalle weg is met veel voetgangers, kun je het beste remmen. De auto voor je remt. Je weet niet wat hij wil doen. Grote kans dat hij wil parkeren. Omdat het een smalle weg is met veel voetgangers, kun je het beste remmen. 3 / 176 Je rijdt 70 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt voldoende afstand en kunt doorrijden. Je hebt voldoende afstand en kunt doorrijden. 4 / 176 Je rijdt 80 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt vrij zicht voor je en kunt doorrijden. Je hebt vrij zicht voor je en kunt doorrijden. 5 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er rijdt een vrachtwagen voor je uit en je ziet een duidelijke versmalling van de weg. Er rijdt een vrachtwagen voor je uit en je ziet een duidelijke versmalling van de weg. 6 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets 7 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je steekt uit met de achterkant van de auto. Je weet niet wat hij wil doen. Grote kans dat hij wil parkeren. Omdat het een smalle weg is en je niet weet wat je te wachten staat, moet je gas loslaten. De auto voor je steekt uit met de achterkant van de auto. Je weet niet wat hij wil doen. Grote kans dat hij wil parkeren. Omdat het een smalle weg is en je niet weet wat je te wachten staat, moet je gas loslaten. 8 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert haaientanden. Je hebt niet genoeg zicht om te bepalen of er fietsers zijn en er is een drempel voor je. Je nadert haaientanden. Je hebt niet genoeg zicht om te bepalen of er fietsers zijn en er is een drempel voor je. 9 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets U rijdt in een woonwijk. U nadert een kruispunt waar u voorrang moet verlenen. Door de container heb je slecht zicht of er nog verkeer is of misschien wel kinderen. Je nadert ook een drempel. Je rijdt in een woonwijk. Je nadert een kruispunt waar je voorrang moet verlenen. Door de container heb je slecht zicht of er nog verkeer is of misschien wel kinderen. Je nadert ook een drempel. 10 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is weinig afstand tussen jou en de witte auto voor je, en de vrachtwagen voor de witte auto. Je kunt ook in je achteruitkijkspiegel zien dat je wordt ingehaald. Er is weinig afstand tussen jou en de witte auto voor je, en de vrachtwagen voor de witte auto. Je kunt ook in je achteruitkijkspiegel zien dat je wordt ingehaald. 11 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt kort op de auto voor je. Je moet afstand houden om een ​​beter zicht te krijgen. Je rijdt kort op de auto voor je. Je moet afstand houden om een ​​beter zicht te krijgen. 12 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je remt. Je hebt geen zicht voor je. Je moet ook remmen. De auto voor je remt. Je hebt geen zicht voor je. Je moet ook remmen. 13 / 176 Je rijdt 120 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt duidelijk zicht voor je. Je rijdt 120 en kunt er vanuit gaan dat 120 km/u op dit moment de toegestane snelheid is. U heeft een duidelijk zicht voor u. U rijdt 120 en u kunt er vanuit gaan dat 120 km/u op dit moment de toegestane snelheid is. 14 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto's voor je remmen en het stoplicht staat op rood. De auto's voor je remmen en het stoplicht staat op rood. 15 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt op een voorrangsweg. Er is wel een drempel. Ze zijn op een voorrangsweg geplaatst om je af te remmen. Je rijdt op een voorrangsweg. Er is wel een drempel. Ze zijn op een voorrangsweg geplaatst om je af te remmen. 16 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt kort op de vrachtwagen voor je. De vrachtwagen vervoert ook gevaarlijke stoffen. Dat maakt het extra belangrijk om voldoende afstand te houden. Je rijdt kort op de vrachtwagen voor je. De vrachtwagen vervoert ook gevaarlijke stoffen. Dat maakt het extra belangrijk om voldoende afstand te houden. 17 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het verkeerslicht staat op groen. Je hebt voldoende afstand en vrij zicht. Het verkeerslicht staat op groen. Je hebt voldoende afstand en vrij zicht. 18 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Niets Remmen Gas loslaten Er staat een bus voor je geparkeerd. Je weet niet of de mensen in de bus van plan zijn over te steken. Het is ook mogelijk dat de bus vertrekt. Er staat een bus voor je geparkeerd. Je weet niet of de mensen in de bus van plan zijn over te steken. Het is ook mogelijk dat de bus vertrekt. 19 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Gas loslaten Remmen Niets De auto voor je remt. verder zie je dat er een zebrapad voor je ligt. Mogelijk steken mensen de weg over. De auto voor je remt. verder zie je dat er een zebrapad voor je ligt. Mogelijk steken mensen de weg over. 20 / 176 Je rijdt 60 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rotonde en rijdt 60. Er is ook een stopbord dat aangeeft dat je moet stoppen voordat je de rotonde oprijdt. Laat het gas even los. Je nadert een rotonde en rijdt 60. Er is ook een stopbord dat aangeeft dat u moet stoppen voordat u de rotonde oprijdt. Laat het gas even los. 21 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De weg is druk en je rijdt kort op de auto voor je. De auto's voor je remmen niet, dus je hoeft niet te remmen. De weg is druk en je rijdt kort op de auto voor je. De auto's voor je remmen niet, dus je hoeft niet te remmen. 22 / 176 Je rijdt 110 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto's achter je rijden heel dicht bij je en je hebt geen verkeer voor je. Je moet doorrijden. De auto's achter je rijden heel dicht bij je en je hebt geen verkeer voor je. Je moet doorrijden. 23 / 176 Je rijdt 90 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg overzicht. Er is ook verkeer achter je. Als je gas loslaat of remt, rijdt het verkeer achter je op je in. Je hebt genoeg overzicht. Er is ook verkeer achter je. Als je gas loslaat of remt, rijdt het verkeer achter je op je in. 24 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is voldoende overzicht. Er is een bocht maar je hebt overzicht. Er is voldoende overzicht. Er is een bocht maar je hebt overzicht. 25 / 176 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets U nadert een kruispunt waar u voorrang moet verlenen. U kunt niet zien of er verkeer is op de kruisende weg. U nadert een kruispunt waar u voorrang moet verlenen. U kunt niet zien of er verkeer is op de kruisende weg. 26 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je gaat rechts afslaan. Je rijdt aan met 40 km/u. De auto voor je is ook aan het remmen. Je gaat rechts afslaan. Je rijdt aan met 40 km/u. De auto voor je is ook aan het remmen. 27 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rotonde. De auto's voor je remmen. Jij moet ook remmen. Je nadert een rotonde. De auto's voor je remmen. Jij moet ook remmen. 28 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt. Je moet het verkeer op de kruisende weg voorrang verlenen. Je nadert een kruispunt. Je moet het verkeer op de kruisende weg voorrang verlenen. 29 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je bent aan het uitvoegen. Je moet gas loslaten. De toegestane snelheid gaat verminderd worden. Je bent aan het uitvoegen. Je moet gas loslaten. De toegestane snelheid gaat verminderd worden. 30 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert het rood stoplicht. Je hebt nog genoeg afstand. Je kan voorlopig gas loslaten. Je nadert het rood stoplicht. Je hebt nog genoeg afstand. Je kan voorlopig gas loslaten. 31 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je kan doorrijden. 32 / 176 Je rijdt 70 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je kan doorrijden. 33 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je ziet een duidelijke wegversmalling. Verder rijdt er een vrachtwagen voor je. Je kan alvast snelheid minderen. Je ziet een duidelijke wegversmalling. Verder rijdt er een vrachtwagen voor je. Je kan alvast snelheid minderen. 34 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De stoplichten voor je zijn rood. Je hebt nog genoeg afstand. Voorlopig is gas loslaten voldoende. De stoplichten voor je zijn rood. Je hebt nog genoeg afstand. Voorlopig is gas loslaten voldoende. 35 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto's links voor je willen misschien voor je komen rijden. Je mag ook niet rechts inhalen. Laat je gas los. De auto's links voor je willen misschien voor je komen rijden. Je mag ook niet rechts inhalen. Laat je gas los. 36 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt nog genoeg afstand van de rode stoplichten. Je kan voorlopig gas loslaten om de vaart eruit te halen. Je hebt nog genoeg afstand van de rode stoplichten. Je kan voorlopig gas loslaten om de vaart eruit te halen. 37 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je passeert een zebrapad. Laat voorlopig gas los. Je passeert een zebrapad. Laat voorlopig gas los. 38 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. 39 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je is aan het remmen. Jij moet dus ook remmen. Er volgt ook een wegverhoging. De auto voor je is aan het remmen. Jij moet dus ook remmen. Er volgt ook een wegverhoging. 40 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is net een auto voor je ingevoegd. Neem afstand. Er is net een auto voor je ingevoegd. Neem afstand. 41 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt een vrachtwagen als tegenligger in een hele smalle straat. Je moet remmen. Je hebt een vrachtwagen als tegenligger in een hele smalle straat. Je moet remmen. 42 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt waar je de fietsers en bromfietsers voorrang moet verlenen. Je hebt niet genoeg zicht of er fietsers langs komen. Ze kunnen hard aankomen. Je nadert een kruispunt waar je de fietsers en bromfietsers voorrang moet verlenen. Je hebt niet genoeg zicht of er fietsers langs komen. Ze kunnen hard aankomen. 43 / 176 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De stoplichten zijn rood. Je moet stoppen. De stoplichten zijn rood. Je moet stoppen. 44 / 176 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Voor je is een zebrapad. De voetganger wil oversteken. Je moet voorrang verlenen. Voor je is een zebrapad. De voetganger wil oversteken. Je moet voorrang verlenen. 45 / 176 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je heeft zijn knipperlicht aan en wil waarschijnlijk parkeren. Je past er niet langs. Je moet dus stoppen. De auto voor je heeft zijn knipperlicht aan en wil waarschijnlijk parkeren. Je past er niet langs. Je moet dus stoppen. 46 / 176 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt in een hele smalle straat. Je tegenligger loopt met een hond. Ze zijn erg onvoorspelbaar. Stop alvast met gas geven. Je rijdt in een hele smalle straat. Je tegenligger loopt met een hond. Ze zijn erg onvoorspelbaar. Stop alvast met gas geven. 47 / 176 Je rijdt 120 km/u. Wat doe je? Niets Remmen Gas loslaten De weg voor je is vrij. Je kan doorrijden. De weg voor je is vrij. Je kan doorrijden. 48 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rood stoplicht. Je moet remmen. Je ziet dat de voetgangers en fietsers nog moeten oversteken. Je nadert een rood stoplicht. Je moet remmen. Je ziet dat de voetgangers en fietsers nog moeten oversteken. 49 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Voor je is de weg vrij. Je kan doorrijden. Voor je is de weg vrij. Je kan doorrijden. 50 / 176 Je rijdt 80 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt slecht zicht en kunt niet zien wat er aan de hand is. Je hebt slecht zicht en kunt niet zien wat er aan de hand is. 51 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. 52 / 176 Je rijdt 70 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt de toegestane snelheid en er is niks voor je. Je kan doorrijden. Je rijdt de toegestane snelheid en er is niks voor je. Je kan doorrijden. 53 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je mag niet van rechts inhalen. De auto's op de linker baan willen waarschijnlijk voor je gaan rijden. Laat je gas los. Je mag niet van rechts inhalen. De auto's op de linker baan willen waarschijnlijk voor je gaan rijden. Laat je gas los. 54 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. 55 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt. Je hebt geen zicht. Je moet je snelheid er dus uithalen. Je nadert een kruispunt. Je hebt geen zicht. Je moet je snelheid er dus uithalen. 56 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt waar je voorrang moet verlenen. Laat voorlopig gas los. Je nadert een kruispunt waar je voorrang moet verlenen. Laat voorlopig gas los. 57 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Voor je rijden vrachtwagens. Zij hebben vaak moeite met vaart maken. Neem dus een beetje afstand. Voor je rijden vrachtwagens. Zij hebben vaak moeite met vaart maken. Neem dus een beetje afstand. 58 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je moet je vaart verminderen. Je bent in de buurt van een school en er kan op elk moment een kind voorbij komen. Je moet je vaart verminderen. Je bent in de buurt van een school en er kan op elk moment een kind voorbij komen. 59 / 176 Je rijdt 90 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de vrachtauto. Je hoeft niets te doen. Je hebt genoeg afstand van de vrachtauto. Je hoeft niets te doen. 60 / 176 Je rijdt 60 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt kort op de auto voor je. Neem wat meer afstand om de overzicht te bewaren. Je rijdt kort op de auto voor je. Neem wat meer afstand om de overzicht te bewaren. 61 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is geen verkeer voor je. Je kan doorrijden. Er is geen verkeer voor je. Je kan doorrijden. 62 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een bocht met zebrapad. Verminder je vaart. Je nadert een bocht met zebrapad. Verminder je vaart. 63 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er staat een bus. Je kan niet zien wat de bus gaat doen. Je kan ook niet zien of er mensen achter de bus vandaan komen. Er staat een bus. Je kan niet zien wat de bus gaat doen. Je kan ook niet zien of er mensen achter de bus vandaan komen. 64 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De weg is vrij voor je. Je kan doorrijden. De weg is vrij voor je. Je kan doorrijden. 65 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets 66 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Gas loslaten Remmen Niets 67 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De stoplichten zijn oranje. Je hebt genoeg afstand om tot stilstand te komen. Je moet dus remmen. De stoplichten zijn oranje. Je hebt genoeg afstand om tot stilstand te komen. Je moet dus remmen. 68 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het stoplicht staat op groen. Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je kan doorrijden. Het stoplicht staat op groen. Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je kan doorrijden. 69 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rood stoplicht. De auto voor je remt ook. Je nadert een rood stoplicht. De auto voor je remt ook. 70 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een drempel. Laat je gas los om de vaart eruit te halen. Je nadert een drempel. Laat je gas los om de vaart eruit te halen. 71 / 176 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rood stoplicht. Je moet remmen. Je nadert een rood stoplicht. Je moet remmen. 72 / 176 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt heel kort op de auto voor je. Je moet remmen. Je rijdt heel kort op de auto voor je. Je moet remmen. 73 / 176 Je rijdt 120 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je verwisselt van rijbaan. Laat je gas even los totdat je goed zicht hebt. De auto voor je verwisselt van rijbaan. Laat je gas even los totdat je goed zicht hebt. 74 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je kan doorrijden. 75 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je kan doorrijden. 76 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rotonde. Je moet de vaart eruit halen voordat je de rotonde oprijdt. Laat voorlopig gas los. Je nadert een rotonde. Je moet de vaart eruit halen voordat je de rotonde oprijdt. Laat voorlopig gas los. 77 / 176 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Een voetganger is aan het oversteken. Je moet stoppen. Een voetganger is aan het oversteken. Je moet stoppen. 78 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt. Je moet voorrang verlenen aan de kruisende weg. Laat voorlopig gas los. Je nadert een kruispunt. Je moet voorrang verlenen aan de kruisende weg. Laat voorlopig gas los. 79 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het stoplicht is rood. De auto's voor je remmen. Je moet stoppen. Het stoplicht is rood. De auto's voor je remmen. Je moet stoppen. 80 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Gas loslaten Remmen Niets Je hebt genoeg zicht voor je. Het is rustig op de weg. Je mag doorrijden. Je hebt genoeg zicht voor je. Het is rustig op de weg. Je mag doorrijden. 81 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je hoeft niks te doen. Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je hoeft niks te doen. 82 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Het is rustig op de weg. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Het is rustig op de weg. Je kan doorrijden. 83 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het stoplicht is rood. De auto's voor je staan stil. Je moet remmen. Het stoplicht is rood. De auto's voor je staan stil. Je moet remmen. 84 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het stoplicht is groen. Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. Het stoplicht is groen. Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. 85 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt. Rechts heeft voorrang. Rij rustig voorbij. Je nadert een kruispunt. Rechts heeft voorrang. Rij rustig voorbij. 86 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt de toegestane snelheid en hebt genoeg afstand. Rij door. Je rijdt de toegestane snelheid en hebt genoeg afstand. Rij door. 87 / 176 Je rijdt 120 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt kort op de vrachtwagen. Haal de vaart eruit. Je rijdt kort op de vrachtwagen. Haal de vaart eruit. 88 / 176 Je rijdt 60 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het is rustig op de weg. Je hebt genoeg afstand. Het is rustig op de weg. Je hebt genoeg afstand. 89 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rotonde. Haal de vaart eruit. Laat voorlopig gas los. Je nadert een rotonde. Haal de vaart eruit. Laat voorlopig gas los. 90 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Voor je is het druk. Haal de vaart eruit om de afstand een beetje te vergroten. Voor je is het druk. Haal de vaart eruit om de afstand een beetje te vergroten. 91 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je kan gaan afslaan. De auto links wil mogelijk ook zo gaan invoegen. Pas je snelheid aan. De auto voor je kan gaan afslaan. De auto links wil mogelijk ook zo gaan invoegen. Pas je snelheid aan. 92 / 176 Je rijdt 70 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is geen verkeer voor je. Je hoeft niks te doen. Er is geen verkeer voor je. Je hoeft niks te doen. 93 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je is aan het afslaan. Je moet de vaart eruit halen. De auto voor je is aan het afslaan. Je moet de vaart eruit halen. 94 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt heel kort op de auto voor je. De witte auto is aan het afslaan. Je moet de vaart eruit halen. Je rijdt heel kort op de auto voor je. De witte auto is aan het afslaan. Je moet de vaart eruit halen. 95 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hoeft nog niks te doen. Je hebt een veilige afstand. Je hoeft nog niks te doen. Je hebt een veilige afstand. 96 / 176 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt een veilige snelheid en je ziet geen verkeer. Hou er wel rekening mee dat er ander verkeer voor je kan komen. Je hebt een veilige snelheid en je ziet geen verkeer. Hou er wel rekening mee dat er ander verkeer voor je kan komen. 97 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De stoplichten zijn rood. Je moet stoppen. De stoplichten zijn rood. Je moet stoppen. 98 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg aftand van de auto's voor je. Je hoeft niks te doen. Je hebt genoeg aftand van de auto's voor je. Je hoeft niks te doen. 99 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt. Je de kruisende weg voorrang verlenen en hebt een zicht of daar verkeer is. Laat voorlopig gas los. Je nadert een kruispunt. Je de kruisende weg voorrang verlenen en hebt een zicht of daar verkeer is. Laat voorlopig gas los. 100 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Voor je is een zebrapad. Je hebt nog niet voldoende zicht. Verminder je snelheid. Voor je is een zebrapad. Je hebt nog niet voldoende zicht. Verminder je snelheid. 101 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg zicht voor je. Er is geen reden om de vaart eruit te halen. Je hebt genoeg zicht voor je. Er is geen reden om de vaart eruit te halen. 102 / 176 Je rijdt 90 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto's voor je willen je inhalen. Geef hun de kans om afstand van je te nemen voordat ze voor je gaan rijden. De auto's voor je willen je inhalen. Geef hun de kans om afstand van je te nemen voordat ze voor je gaan rijden. 103 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Op allebei de rijbanen die naar rechts gaan rijden vrachtwagens voor je. Pas je snelheid aan. Rem niet want er rijden auto's achter je. Op allebei de rijbanen die naar rechts gaan rijden vrachtwagens voor je. Pas je snelheid aan. Rem niet want er rijden auto's achter je. 104 / 176 Je rijdt 60 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Voor je staan de stoplichten op rood. De auto's voor je staan stil. Je moet afremmen. Voor je staan de stoplichten op rood. De auto's voor je staan stil. Je moet afremmen. 105 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt in een smalle baan met stilstaande auto's naast je. Je weet ook niet of er niemand achter een auto uit komt. Laat je gas los. Je rijdt in een smalle baan met stilstaande auto's naast je. Je weet ook niet of er niemand achter een auto uit komt. Laat je gas los. 106 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt de toegestane snelheid. Je hebt ook genoeg afstand van de auto voor je. Je rijdt de toegestane snelheid. Je hebt ook genoeg afstand van de auto voor je. 107 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt in een woonwijk. Er lopen voetgangers en de postbode voor je wil waarschijnlijk de weg op. Pas je snelheid aan. Je rijdt in een woonwijk. Er lopen voetgangers en de postbode voor je wil waarschijnlijk de weg op. Pas je snelheid aan. 108 / 176 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je is aan het remmen. Je rijdt erg kort op hem. Je moet dus ook remmen. De auto voor je is aan het remmen. Je rijdt erg kort op hem. Je moet dus ook remmen. 109 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er kruist een auto voor je. Rem af en laat hem rustig voorbij gaan. Er kruist een auto voor je. Rem af en laat hem rustig voorbij gaan. 110 / 176 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt langs een stilstaande auto op een smalle weg. Er staat ook een fiets met kinderzitje. Je rijdt een veilige snelheid. Laat alsnog gas los. Je rijdt langs een stilstaande auto op een smalle weg. Er staat ook een fiets met kinderzitje. Je rijdt een veilige snelheid. Laat alsnog gas los. 111 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt 100 km/u. De toegestane snelheid is 80 km/u. Je hebt ook niet volledig zicht. Rem een beetje bij. Je rijdt 100 km/u. De toegestane snelheid is 80 km/u. Je hebt ook niet volledig zicht. Rem een beetje bij. 112 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt. Je moet voorrang verlenen aan de kruisende weg. Laat voorlopig gas los. Je nadert een kruispunt. Je moet voorrang verlenen aan de kruisende weg. Laat voorlopig gas los. 113 / 176 Je rijdt 120 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je rijdt de toegestane snelheid. Je hoeft dus niks te doen. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je rijdt de toegestane snelheid. Je hoeft dus niks te doen. 114 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je rijdt de toegestane snelheid en hoeft dus niks te doen. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je rijdt de toegestane snelheid en hoeft dus niks te doen. 115 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je is aan het remmen. Je nadert het stoplicht en die staat op rood. Jij moet dus ook remmen. De auto voor je is aan het remmen. Je nadert het stoplicht en die staat op rood. Jij moet dus ook remmen. 116 / 176 Je rijdt 70 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is geen verkeer voor je. Je rijdt de toegestane snelheid. Je mag doorrijden. Er is geen verkeer voor je. Je rijdt de toegestane snelheid. Je mag doorrijden. 117 / 176 Je rijdt 80 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg zicht voor je. Er is geen verkeer en je rijdt de toegestane snelheid. Je mag doorrijden. Je hebt genoeg zicht voor je. Er is geen verkeer en je rijdt de toegestane snelheid. Je mag doorrijden. 118 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het stoplicht staat op groen en er zijn geen andere auto's waar je rekening mee moet houden. Je mag doorrijden. Het stoplicht staat op groen en er zijn geen andere auto's waar je rekening mee moet houden. Je mag doorrijden. 119 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rotonde en moet remmen. De auto's voor je remmen ook. Je nadert een rotonde en moet remmen. De auto's voor je remmen ook. 120 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is geen verkeer op je rijbaan. De toegestane snelheid is 50 km/u. Je mag dus doorrijden. Er is geen verkeer op je rijbaan. De toegestane snelheid is 50 km/u. Je mag dus doorrijden. 121 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg zicht voor je. Er rijdt niks voor je. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg zicht voor je. Er rijdt niks voor je. Je kan doorrijden. 122 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt voldoende zicht voor en achter je. Je rijdt een veilige snelheid. Je hoeft niks te doen. Je hebt voldoende zicht voor en achter je. Je rijdt een veilige snelheid. Je hoeft niks te doen. 123 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een gevaarlijk kruispunt. Je moet remmen. Je nadert een gevaarlijk kruispunt. Je moet remmen. 124 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg zicht voor je en er zijn geen auto's in je buurt. Je mag doorrijden. Je hebt genoeg zicht voor je en er zijn geen auto's in je buurt. Je mag doorrijden. 125 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Aan zowel de rechter- als linker kant van de weg zijn fietsers. Je moet achter de fietsers blijven en ze later veilig inhalen. Aan zowel de rechter- als linker kant van de weg zijn fietsers. Je moet achter de fietsers blijven en ze later veilig inhalen. 126 / 176 Je rijdt 120 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets 127 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt nog genoeg afstand van het stoplicht. Verminder je snelheid. Misschien dat je later moet gaan remmen. Je hebt nog genoeg afstand van het stoplicht. Verminder je snelheid. Misschien dat je later moet gaan remmen. 128 / 176 Je rijdt 80 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg zicht voor je en rijdt de toegestane snelheid. Het is rustig op de weg. Je mag doorrijden. Je hebt genoeg zicht voor je en rijdt de toegestane snelheid. Het is rustig op de weg. Je mag doorrijden. 129 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt erg kort op de auto voor je en hebt geen zicht over het zebrapad. Je rijdt erg kort op de auto voor je en hebt geen zicht over het zebrapad. 130 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een lage drempel. Laat je gas even los. Je nadert een lage drempel. Laat je gas even los. 131 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een gevaarlijk kruispunt waarover je slecht zicht hebt. Je nadert een gevaarlijk kruispunt waarover je slecht zicht hebt. 132 / 176 Je rijdt 70 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt 70 en moet 50 gaan rijden. Rem een beetje bij om je snelheid aan te passen. Je rijdt 70 en moet 50 gaan rijden. Rem een beetje bij om je snelheid aan te passen. 133 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets 134 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt erg kort op de vrachtwagen. Laat je gas los om meer afstand te houden. Je rijdt erg kort op de vrachtwagen. Laat je gas los om meer afstand te houden. 135 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rotonde. Haal de vaart eruit voordat je de rotonde oprijdt. Je nadert een rotonde. Haal de vaart eruit voordat je de rotonde oprijdt. 136 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg zicht voor je. Er is geen reden om de vaart eruit te halen. Je hebt genoeg zicht voor je. Er is geen reden om de vaart eruit te halen. 137 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt waar je voorrang moet gaan verlenen. Je hebt slecht zicht. Laat voorlopig gas los. Je nadert een kruispunt waar je voorrang moet gaan verlenen. Je hebt slecht zicht. Laat voorlopig gas los. 138 / 176 Je rijdt 60 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt voorlopig nog genoeg afstand van de auto's voor je. Je ziet wel dat je later moet gaan remmen. Je hebt voorlopig nog genoeg afstand van de auto's voor je. Je ziet wel dat je later moet gaan remmen. 139 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je haalt fietsers in. Die zijn kwetsbaar. Rij ze rustig met genoeg afstand voorbij. Je haalt fietsers in. Die zijn kwetsbaar. Rij ze rustig met genoeg afstand voorbij. 140 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het stoplicht staat op oranje en je moet dus gaan stoppen. Het stoplicht staat op oranje en je moet dus gaan stoppen. 141 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je mag doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je mag doorrijden. 142 / 176 Je rijdt 90 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je mag doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je mag doorrijden. 143 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Het stoplicht staat op oranje. Je hebt genoeg afstand om de auto tot stilstand te brengen. De auto's achter je hebben ook genoeg afstand. Je moet dus stoppen. Het stoplicht staat op oranje. Je hebt genoeg afstand om de auto tot stilstand te brengen. De auto's achter je hebben ook genoeg afstand. Je moet dus stoppen. 144 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je heeft zijn knipperlicht aan en wil voor je gaan rijden. Geef hem de ruimte en laat je gas los. De auto voor je heeft zijn knipperlicht aan en wil voor je gaan rijden. Geef hem de ruimte en laat je gas los. 145 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt waar je voorrang moet verlenen op de kruisende weg. Je ziet niet of daar verkeer aankomt. Laat voorlopig gas los. Je nadert een kruispunt waar je voorrang moet verlenen op de kruisende weg. Je ziet niet of daar verkeer aankomt. Laat voorlopig gas los. 146 / 176 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert rood licht. Je moet remmen. Je nadert rood licht. Je moet remmen. 147 / 176 Je rijdt 110 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto achter je zit kort op je en de auto voor je remt niet. Je ziet voor de auto een vrachtwagen inhalen. Je moet gas loslaten. De auto achter je zit kort op je en de auto voor je remt niet. Je ziet voor de auto een vrachtwagen inhalen. Je moet gas loslaten. 148 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets 149 / 176 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je ziet niet wat er gebeurt achter de witte auto. Er zijn ook veel voetgangers. Je moet even gas loslaten totdat je zicht verbeterd is. Je ziet niet wat er gebeurt achter de witte auto. Er zijn ook veel voetgangers. Je moet even gas loslaten totdat je zicht verbeterd is. 150 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. je hebt ook overzicht en rijdt de toegestane snelheid. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. je hebt ook overzicht en rijdt de toegestane snelheid. 151 / 176 Je rijdt 90 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Er is geen reden de vaart eruit te halen. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Er is geen reden de vaart eruit te halen. 152 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een hoge drempel. Deze drempels dienen ervoor de snelheid eruit te halen. Je nadert een hoge drempel. Deze drempels dienen ervoor de snelheid eruit te halen. 153 / 176 Je rijdt 120 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De weg voor je is vrij en je hebt genoeg afstand. Er is geen reden om de vaart eruit te halen. De weg voor je is vrij en je hebt genoeg afstand. Er is geen reden om de vaart eruit te halen. 154 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Gas loslaten Remmen Niets De auto's voor je staan stil voor een rood stoplicht. Jij moet dus ook remmen. De auto's voor je staan stil voor een rood stoplicht. Jij moet dus ook remmen. 155 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt de maximaal toegestane snelheid. Er is geen drukte op de weg en je kan dus voorlopig doorrijden. Je rijdt de maximaal toegestane snelheid. Er is geen drukte op de weg en je kan dus voorlopig doorrijden. 156 / 176 Je rijdt 70 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rood stoplicht. Laat voorlopig gas los. Je nadert een rood stoplicht. Laat voorlopig gas los. 157 / 176 Je rijdt 80 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De weg voor je is vrij en je hebt goed zicht. Er is voorlopig geen reden om vaart te minderen. De weg voor je is vrij en je hebt goed zicht. Er is voorlopig geen reden om vaart te minderen. 158 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je hoeft voorlopig geen vaart te verminderen. Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je hoeft voorlopig geen vaart te verminderen. 159 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto achter je rijdt heel kort op je. Als je de vaart eruit haalt veroorzaak je gevaar. De weg voor je is vrij. De auto achter je rijdt heel kort op je. Als je de vaart eruit haalt veroorzaak je gevaar. De weg voor je is vrij. 160 / 176 Je rijdt 60 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je is aan het remmen. Als je niet remt rijd je op hem in. Ook moet je 50 km/u gaan rijden. De auto voor je is aan het remmen. Als je niet remt rijd je op hem in. Ook moet je 50 km/u gaan rijden. 161 / 176 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rood stoplicht. Je moet stoppen. Je nadert een rood stoplicht. Je moet stoppen. 162 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand en kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand en kan doorrijden. 163 / 176 Je rijdt 110 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De vrachtwagen voor je is aan het inhalen. Je weet dat vrachtwagens moeilijk vaart kunnen maken. Laat je gas los. De vrachtwagen voor je is aan het inhalen. Je weet dat vrachtwagens moeilijk vaart kunnen maken. Laat je gas los. 164 / 176 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas Ioslaten Niets Je rijdt een veilige snelheid en hebt ook genoeg afstand van zowel de auto voor als achter je. Je rijdt een veilige snelheid en hebt ook genoeg afstand van zowel de auto voor als achter je. 165 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt zowel voor als achter je goed zicht en ziet geen verkeer. Wees wel voorbereid op veranderingen. Je hebt zowel voor als achter je goed zicht en ziet geen verkeer. Wees wel voorbereid op veranderingen. 166 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is een vrije weg voor je met genoeg overzicht. Wees wel voorbereid dat je later waarschijnlijk moet gaan remmen. Er is een vrije weg voor je met genoeg overzicht. Wees wel voorbereid dat je later waarschijnlijk moet gaan remmen. 167 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Niets Remmen Gas loslaten Je hebt goed zicht voor en achter je. Je hebt goed zicht voor en achter je. 168 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Gas loslaten Remmen Niets Je hebt slecht zicht en kunt niet zien wat er voor het busje afspeelt. Een beetje meer afstand is veilig. Je hebt slecht zicht en kunt niet zien wat er voor het busje afspeelt. Een beetje meer afstand is veilig. 169 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rotonde en moet de vaart er alvast uithalen. Je kan ook zien dat het druk is op de weg voor je. Je nadert een rotonde en moet de vaart er alvast uithalen. Je kan ook zien dat het druk is op de weg voor je. 170 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. De auto achter je zit kort op je en je moet de vaart er dus in laten. Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. De auto achter je zit kort op je en je moet de vaart er dus in laten. 171 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is genoeg zicht voor je. Verder rijden de auto's achter je erg kort op je. Je moet de vaart er dus in laten. Er is genoeg zicht voor je. Verder rijden de auto's achter je erg kort op je. Je moet de vaart er dus in laten. 172 / 176 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert rode stoplichten. De auto's voor je staan al stil. Je nadert rode stoplichten. De auto's voor je staan al stil. 173 / 176 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto op het kruispunt komt van rechts en heeft voorrang. Je moet remmen. De auto op het kruispunt komt van rechts en heeft voorrang. Je moet remmen. 174 / 176 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert rode stoplichten. De auto's voor je staan al stil. Je nadert rode stoplichten. De auto's voor je staan al stil. 175 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is weinig afstand tussen jou en de witte auto voor je, en de vrachtwagen voor de witte auto. Verder zie je in je binnenspiegel dat je ingehaald wordt. Er is weinig afstand tussen jou en de witte auto voor je, en de vrachtwagen voor de witte auto. Verder zie je in je binnenspiegel dat je ingehaald wordt. 176 / 176 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je score is